Hermelijn

Geschiedenis

Naamgeving

Nederlandse benaming :
hermelijn

Duitse benaming :
Hermelin, Grose Wiesel

hermelijn

  • bruine rug, witte buik sterk gescheiden
  • zwarte staartpunt
  • wintervacht

wezel

  • bruine rug, witte buik onregelmatige overgang
  • bruin vlekken aan de kin
  • gespecialiseerd jager
  • geen wintervacht

Kenmerken

kenmerken
grootte 20 tot 30 cm.
kleur zomer= vaalbruin-wit / winter= wit met zwarte staartpunt
gewicht 140 tot 445 gram
voeding vogels, kleine zoogdieren
leefwijze solitair nachtdier

Kleur :
In de zomer is hun vacht tweekleurige, namelijk een vaalbruine rug met onderaan een witte buik. In de winterperiode wordt deze vervangen door een witte jas met een zwarte staartpunt zodat er een beter camouflage in de sneeuw mogelijk is. Door de huidige winters zien we vaker hermelijnen die weinig tot niet meer van kleur veranderen. 

Leefwijze

Hermelijnen zij uiterst territoriaal en solitair waarbij alleen het leefgebied van een mannetjes soms overlapt met dat van meerdere vrouwtjes. Door gebruik van echte latrines werpen deze een geur-barrière voor de grenzen van het territorium. Deze toiletten kunnen samen met de kadavers en resten van pluimen de aanwezigheid van hermelijnen soms verraden.   

Kegelen

Hermelijnen, maar ook wezels doen vaak aan kegelen, dit is is het regelmatig op de achterpoten gaan staan om een totaalbeeld over de omgeving te krijgen.

Biotoop

Diversiteit en afwisseling in het landschap is zeer belangrijk voor hermelijnen. Ze wensen zowel bossen, graslanden, tuinen, houtkanten, oevers en zo verder zolang er maar veel variatie is. Bovenal lijken ze een grote voorkeur te hebben voor eerder vochtige gebieden zoals moerassen of tuinen met vijvers, hermelijnen blijken echter waterratten te zijn. In de winter beschikken ze graag over een ruimte om te schuilen, dit kan een houtstapel zijn maar evengoed een schuur of een hoop bouwafval.

Voorplanting

De paartijd van hermelijnen is in het voorjaar, terwijl de bevalling van de jongen ook in deze periode gebeurt. Dit zou betekenen dat een hermelijn bijna een volledig jaar zwanger is, maar dit klopt niet volledig. Eigenlijk gaat na de bevruchting de eicel even in een rustfase tot het volgende voorjaar.
De eigenlijke dracht is maar 10 weken, waarna er 4 tot 8 jongen kunnen geboren worden, maar in uitzonderlijke gevallen kan dit tot zelfs 13 gaan. Het kan voorkomen dat in de daaropvolgende paartijd een mannetje ook de dochters bij de moeder zijn gebleven bevrucht, hermelijnen zijn namelijk al na enkele weken geslachtsrijp.

Voeding

Hermelijnen zijn typische carnivoren, die alles eten wat beschikbaar is, van vogels tot andere zoogdieren. Deze kunnen klein zijn zoals muizen en ratten maar evengoed kan een prooi veel groter zijn, tot zelfs 3 maal zo zwaar, zoals een konijn en een jonge haas. Eén beet in de nek is vaak voldoende om prooien uit te schakelen en door deze jachttechniek wordt de hermelijn als de heftigste, wreedaardigste van de marterachtigen aanzien.
Na verschillende succesvolle jachtpartijen zal een hermelijn een soort van voorraadkast maken in een holte of een spleet in de aarde of een boom. Dit zorgt ervoor dat hij tijdens voedselschaarste vaak nog even verder kan, aangezien een hermelijn iedere dag ongeveer 25% van zijn lichaamsgewicht weer moet kunnen aanvullen om te kunnen functioneren.

Bedreiging

Bedreiging

  • afname biotoop
  • verkeer
  • jacht

Biotoop :
Doordat te veel tuinen te proper zijn en weinig ruimte laten tot verwildering van enkele hoekjes beschikken hermelijnen over een te klein leefgebied, of hebben ze hierin te weinig plaats om zich te verschuilen.

Verkeer :
Door hun eerder nachtelijke leefwijze zijn hermelijnen een veel teruggevonden slachtoffer van de verkeersdrukte.

Jacht :
De effectieve jacht mag dan al enigszins vermindert zijn toch zijn hermelijnen nog steeds slachtoffer door bijvoorbeeld vallen, strikken en het leggen van rattenvergif.