Vink

Naamgeving

Geslacht : Fringilla

Soortnaam : coelebs
Coelebs betekent zoveel als vrijgezel of alleenlevend en vinden we terug in het woord celibatair. Deze naam is afgeleid van het feit dat vinken afhankelijk van hun geslacht op een ander tijdstip gaan trekken. In de herfst verhuizen de vrouwtjes als eerste naar het zuiden om dan in het voorjaar als laatste weer te keren. Bij mannetjes gebeurt het vaak dat ze niet gaan trekken, behalve wanneer het te koud wordt om verder te overleven.

Zang / Geluid

Een vink is zo één van die vogels die zich in het voorjaar van het typische plensweer niets aantrekt. Wanneer de druppels even niet langer het omgevingsgeluid bepalen zal je hem zeker horen. In het voorjaar is het de moment voor de typische vinkenslag, een snelle triller van aflopende tonen met aan het einde weer enkele tonen naar boven. Vaak communiceren ze nu ook met hun originele vink, vink, een roep waarmee ze het jaarrond blijven praten.

Om hun territorium te bepalen en te bewaken hoor je in het voorjaar ook een trillende trjuu . Aangezien vinken broeden tot juni is het vanaf februari-maart tot juni de enige moment om zowel de vinkenslag als het territoriumroepie te horen. 

Leefwijze

Trek

De overgrote meerderheid van onze vinken blijft ook in de winter in het land, echter een klein deel zal zich zuidelijker begeven. Zeker de vinken van hogere Noorde

 

De meeste vinken blijven in de winter in Nederland, maar een deel verlaat in de herfst ons land. Vinken die in het noorden en noordoosten van Europa hun broedgebied hebben, trekken de komende weken naar het zuiden en zuidwesten van Europa en naar noordelijk Afrika. De vink heeft een krachtige, golvende vlucht en trekt bij voorkeur overdag. De najaarstrek kan heel massaal zijn: op trektelposten zijn vele duizenden vinken op een dag geen uitzondering. In het voorjaar keren ze terug en is de karakteristieke vinkenslag weer overal te horen.

Bedreiging

Vangst

In Vlaanderen komt de traditie van vinkenzetten en het daarvoor nodige vinken vangen nog te vaak voor, en dat wanneer zogenaamde vogelliefhebbers betrapt worden deze ook nog al te vaak straffeloos hun feiten kunnen verder zetten. Bij inspecties door het Agentschap voor Natuur en Bos worden er vaak te grote en bijgevolg manipuleerbare ringen bij de vogels aangetroffen, en zelfs vaak vogels zonder ringen die het slachtoffer zijn van wildvangst met mistnetten.