Kruiden Geneeskracht
Geschiedenis
We kunnen, mogen en moeten er vanuit gaan dat de mens nog voor we effectief van een mens kunnen spreken kruiden wist te gebruiken. Ze wisten al zeer goed wat eetbaar was, wat giftig was en ook wat ervoor andere zaken zoals genezing bruikbaar was. Er bestaan voldoende bewijzen waaruit blijkt dat kruiden reeds lang gebruikt werden. Echter ontbreekt het aan schriftelijke bronnen om te weten of ze vooral als voeding, geneeskrachtig of zelfs hallucinogeen toegepast werden.
Uit vondsten bij opgravingen van prehistorische nederzettingen rondom meren in Zwitserland is het bekend dat kruiden zoals maanzaad en karwijzaad in die periode reeds goed gekend waren.
Oudheid
Door de Romeinen die nogal veroveringsgezind waren, kwam het dat verschillende mediterraanse kruiden langs de andere zijde van de Alpen terecht kwamen. Door de opkomst van het geschrift verdwijnt wel langzaam de mondelinge overdracht van de geneeskrachtige van vele kruiden. Er wordt teveel waarde gehecht aan de kennis van de hoger geleerden de alles beschrijven terwijl de kruidenwijsheid bij de ongeletterden volledig verloren gaat, daar ze niet meer van generatie op generatie wordt doorgegeven.
In Azië echter zien wel dat al in de periode 3000 voor Christus het gebruik van geneeskrachtige kruiden werd beschreven. De echte wetenschappelijke en praktische kennis van de genezende en helende werking van kruiden is terug te brengen tot 4000 v.C. doordat we nu weten dat er toen al specifieke kruidentuinen werden aangelegd. Deze maakten deel uit van de typische islamitische Moorse paradijzen met kruiden maar ook met olijven, vijgen en granaatappels.
Weer terug in Europa zijn het ook de geletterden/geestelijken die omstreeks de jaren 300 de eerste klooster en kasteeltuinen ontwierpen. Toch zal het nog 400 jaar duren tot onder impuls van Karel de Grote deze werden veelvuldig beplant met kruiden. De bestaande kruidentuinen met de typische 16 perken waren onvoldoende en werden drastisch omgetoverd tot verzameltuinen van welke 60 soorten kruiden. Hierbij dient wel gezegd te worden dat de geneeskrachtige vooral bij de monniken aan het bod kwam terwijl de kasteelheren ze verzamelden uit economisch nut (inkt, kledij) en ook als uiting van hun stand.
Middeleeuwen
In de middeleeuwen waren er vele artsen en genezers succesvol kruiden en wilde planten bezig.
Tijdens de kruistochten zorgen de verzamelende monniken ervoor dat kruiden en ook oosterse kruiden een plaatsje krijgen in verschillende kloostertuinen. Voornamelijk onder impuls van abdis Hildegard von Bingen worden deze tuinen omgevormd tot echte verzamelplaatsen vol botanische kennis.
Na de glorieperiode van abdijen en kloosters zal al deze kennis geïsoleerd blijven en enkel nog bij kleinschalige landbouwers gekend zijn.
Tudortijdperk (1485-1603)
Tijdens het Tudortijdperk (1485-1603) worden er voor de eerste maal op grote schaal kruidentuinen aangelegd. Deze werden en worden nog steeds zo ingepland zodat de tuin dichtbij het bewoonbaar gedeelte aanwezig is. Anders dan moestuinen of boomgaarden die vaak verderop in de landerijen lagen. De kruiden echter werden niet alleen bij voeding of verzorging toegepast, maar ook bijvoorbeeld bij het kleuren van kledij door de verfstoffen. Hier is er ook voor het eerst sprake van strooidames, die de septische, ontsmettende kruiden rondstrooiden doorheen het huis of kasteel en dit ter verhoging van de hygiëne van de inwoners. Sommige van deze kruiden waren insectenwerend en anderen waren belangrijk in de strijd tegen ziekten. Ook in de gerechtsgebouwen werden zo kruiden tegen de pest om de vloer gestrooid om het rechtscollege te beschermen.
Diezelfde kruiden waaronder bijvoorbeeld lavendel worden ook voor het eerst in hagen naar aanloop van de ingang aangeplant. Dit deels gemakshalve, maar ook weer vanwege hun ontsmettende invloed op de mogelijke gasten.
Vaak gaan we in kruidentuinen die rond deze tijd werden aangelegd ook een grote hoeveelheid inheemse wilde planten zien. Dit heeft te maken met de verhoogde kennis en het gebruik van planten. Iedere plant, of dit nu een brandnetel of een lavendelstruik is heeft een waarde en kan belangrijk zijn.
16de-17de eeuw
Door de publicatie van verschillende kruidenwerken op grote schaal raken kruiden steeds meer tot in de keuken. Er worden ook speciale determineerboeken en gidsen uitgebracht voor de huisvrouwen.
Personalia
William Turner (1551)
Deze arts en priester wordt de vader van de Engelse plantkunde genoemd, doordat hij het boek 'A New Herball' schreef.
John Gerard (1597)
Auteur van het gekende werk 'The Herball'.
John Parkinson (1629)
Hij schreef Paradisus en was de persoonlijke apotheker van koning James I.
Nicholas Culpeper (1653)
De stijgende opkomst van de kruidenkunde stabiliseert op een hoogtepunt met het werk ' The English Physician' van de hand van Nicholas Culpeper. Deze uitgebreid en invloedrijke bestseller is ontstaan tijdens zijn werk als apotheker en met zijn kennis van geneeskunde, plantkunde en astrologie. Culpeper werd ook gewaardeerd omwille van zijn gratis behandelingen bij de minder gestelde zorgbehoevenden. Zijn nalatenschap bestaat uit een enorme collectie remedies, die de dag van vandaag, 300 jaar later, nog steeds op eenzelfde wijze toegepast worden.
19de eeuw
Pastoor Kneipp wordt aanzien als één van de grondleggers van de natuurgeneeskunde. Hij is vooral bekend van verschillende producten en van de Kneippkuur. Enkele opmerkelijke beroemde uitspraken van hem zijn " Geen kruid, geen poeder dat ik niet zelf uitgeprobeerd heb en als betrouwbaar heb beoordeeld" en ook " Ga naar buiten in de tuin van God en verzamel de geschenken".
20ste eeuw
De toenemende industrialisatie en de farmaceutische sector, waardoor men om zijn welzijn te verhogen of te verbeteren niet langer afhankelijk is van de botanische kennis, doen het telen en gebruiken van kruiden helemaal kelderen. Slechts eind 20ste eeuw zien we weer een opflakkering doordat mensen meer waarde geven aan smaak, gezondheid en zelfredzaamheid. Het plezier van het eigen kweken, een tuin als ontspanningsruimte hebben zeker meegeholpen in de hopelijk duurzame liefde voor kruiden. In bepaalde gevallen, wanneer het gaat over stress en zenuwachtigheid worden kruiden zoals Sint-Janskruid betrouwbaarder aanzien worden dan pillen en tabletten.
Naamgeving
Teelt
Zaaien
Zaaien van kruiden blijft dubbel, enerzijds is het heel goedkoop, maar anderzijds heb je van de meeste kruiden voldoende met enkele plantjes. Gebruik deze teeltmethode dus enkel voor kruiden waar je echt veel nodig van hebt zoals kervel of basilicum, of voor kruiden die omwille van hun zeldzaamheid moeilijk als plantje te vinden zijn. Sommige kruiden hebben wel moeite om de verhuis naar buiten en de verschillende manipulaties te verwerken en gaan makkelijk dood.
Onderhoud
Voeding
Een kleine toevoeging van goed gerijpte humusrijke compost is voldoende. Gebruik geen organische bemesting en al zeker geen kunstmeststoffen. Overbemeste planten groeien te sterk met zwakke twijgen, waardoor ze zuigende insecten aantrekken, terwijl zowel de smaak en geur ook sterk achteruitgaan.
Vocht
Kruiden hebben veel vocht nodig, maar dit moet steeds goed gedraineerd worden. Zorg er dus steeds voor dat het water goed wordt opgenomen en nooit blijft stilstaan in een schaaltje. Kruiden in een pot, zeker diegene in een terracotta pot kan je soms beter een mulchlaag geven van compost, bladeren of gewoon kiezeltjes.
Snoei
Het overgrootte deel van de kruiden hebben snoei nodig voor een compacte groei. Echter valt dit vaak weg, gewoon omdat we de stelen en blaadjes al wegnemen, oogsten voor gebruik, zonder daarbij aan snoei te denken. Laat nooit een kruid doorgroeien met de bedoeling daardoor sneller een grotere plant te krijgen, vaak is het enige wat zal gebeuren dat de plant een bloemstengel zal aanmaken en hierdoor vaak onbruikbaar wordt.
Bescherming
Een juiste standplaats, beperkte voeding enzovoort zijn belangrijke preventieve maatregelen tegen ziektes en plagen. Kruiden hebben echter nog een extra afweermiddel tegen insecten, namelijk hun geur houdt vele bladluizen en dergelijke weg.
Oogsten
Oogsten van kruiden doe steeds in de ochtend, net wanneer de dauw aan het verdwijnen is en de bladeren droog staan. Enkele dagen zonnig weer zorgen voor een hoog gehalte aan werkzame stoffen binnenin de plant. Enkel wanneer je de bloemen of zaden wil oogsten laat je de plant in bloei komen, vanaf dat de bloeistengel gevormd wordt is het blad of stengel niet langer bruikbaar. Snij nooit tot in het hart van de plant zodat hij steeds verder kan uitlopen.
Wil je zaden oogsten hou deze dan zeer nauw in het oog tot ze zo goed als afgericht zijn. Oogst deze wel steeds in de vroege ochtend, zelfs een laagje dauw kan in eerste instantie geen kwaad.
In de herfst wanneer alle werkzame stoffen weer ondergronds gaan zodat de wortels reserve hebben voor in de winter, is het de ideale moment om wortels te oogsten.
Bewaren
Tuinontwerp
Een tuin ontwerpen voornamelijk met kruiden voor een genezende werking of eerder als gebruik bij voeding heeft niet veel verschillen. Belangrijk is steeds rekening te houden met enkele belangrijke principes voor kruiden, hun vorstgevoeligheid, waterhuishouding enzovoort.
- goed gedraineerde bodem
- zonnige plaats
- matig voedzaam
Al deze principes zijn algemeen maar er zijn natuurlijk uitzonderingen, daarom is een constructie zoals een kruidenspiraal ideaal, omdat men hier zowel zon als half-schaduwplaatsen heeft, net als men droge en iets nattere stukken kan creëren.
Het grote verschil tussen keukenkruiden en geneeskrachtige kruiden is het feit dat bij keukenkruiden men zich zelden moet ongerust maken, wanneer er kinderen in de tuin spelen. Bij sommige geneeskrachtige kruiden zoals wijnruit of stinkende gouwe is wel steeds opletten geblazen en deze zet men dan ook beest op een hoger stuk, in een bak of bovenaan de kruidenspiraal, zodat kinderhanden er niet bij kunnen.
Schaduw
- lavas
- peterselie
- kervel
Halfschaduw
- munt
Zon
- tijm
- marjolein
- salie
- rozemarijn
Wintergevoelige soorten zet je steeds in een pot, zodat wanneer de koude opkomt je ze steeds binnen kan zetten.
Combinatie-teelt
Zeker bij kruiden heb je vele sporten die elkaar positief maar ook soms negatief beïnvloeden. Dit kan soms zijn om de smaak te verbeteren maar meestal gaat over het tegengaan van vraatschade.
Positief
- Oost-Indische kers, mierikswortel en kummel verbeteren de smaak van aardappelen
- Lavendel houdt bladluizen weg bij rozen
- Bonenkruid houdt zwarte bovenhuis weg bij bonen
- Salie, tijm en munt houden het koolwitje weg
Negatief
- zet geen uien naast bonen
- peterselie en sla staan niet graag naast elkaar
Aanleg
Bodemvoorbereiding
Indien je beschikt over een tuin met zwaardere leem of klei grond dan moet je deze eerst lichter maken door zand toe te voegen. Compost kan ook gebruikt worden om de bodem luchtiger te maken, en dit geeft tevens voeding op langere termijn en steeds goed werkende waterhuishouding.
Aanplant
Winterharde kruiden kan je het jaarrond aanplanten met een voorkeur voor herfst en het vroege voorjaar. Met echte warmteminnende soorten kan je beter wachten tot half mei na de ijsheiligen.