Geschiedenis

Oorsprong

Vermoedelijk komt postelein uit Indië, maar doordat het reeds lang al thuishoort in het Middellands-Zeegebied wordt het ook daar zogoed als inheems aanzien.

18de eeuw

Postelein raakt in deze goed ingeburgerd in Midden-en Noord-Europa, waar het een veel gebruikt middel  is tegen scheurbuik tijdens de lange overzeese tochten. 

Naamgeving

Officiële benaming:
Familie : Portulacaceae
Posteleinachtigen
Geslacht : Portulaca
Soortnaam : oleracea

Nederlandse benaming :
Postelein

Plantlore

Kenmerken

Groeiwijze :
De roodachtige sterk vertakte uitlopers worden binnen het jaar een 30-tal cm. hoog.

Vindplaats

Oorspronkelijk uit Voor-Indië maar ook nu volledig ingeburgerd in het Middellands-Zeegebied. 

Standplaats

Een typische kruidenplant, dus goed beschut, zonnig en een goed waterdoorlatende bodem.

Teelt

Zaaien in vollerend kan pas vanaf mei, aangezien postelein echt wel warmte nodig heeft om te beginnen met schieten. Om doorheen het seizoen voldoende oogst te hebben is het aangeraden om met een interval van 3 weken te zaaien. Zaai in rijen op 20 cm., druk lichtjes aan en bedek met dun laagje dekaarde. 

Onderhoud

Hou de grond behalve warm ook steeds vochtig en onkruidvrij.

Oogst

Al na 3 tot 4 weken na het zaaien kan je de eerste verse blaadjes oogsten. Wacht zeker niet tot na de oogst want dan worden ze erg bitter.

Bewaren

Postelein is op geen enkele wijze bewaarbaar. Mocht je toch ook graag in de winter deze plantjes beschikbaar hebben dan je ook binnenshuis kweken.

Gebruik

Keuken

Vers past postelein eigenlijk in alles, gaande van soep, saus, salade tot puree. De bereiding is te vergelijken met spinazie, waarbij de smaak afhankelijk van de oogstperiode kan variëren van zoutig naar bitter.

Posteleinsalade

Geneeskracht

Soorten

Van de gekende groene postelein bestaan er ook kleurvarianten met een eerder geel blad of met bredere blaadjes.

Verwante soorten