Voedselkringloop

Een voedselkringloop is een eenvoudige weergave van verschillende organismen waarbij men start en eindigt op eenzelfde punt. De cirkel die alle elementen bevat die zich voeden met een voorgaand element is dus volledig te benoemen. Aangezien ieder element deel uitmaakt van verschillende voedselketens, dient men wel de onvolledigheid van een voedselketen te erkennen. Het bassisprincipe in de natuur' Eten en gegeten worden', kan door gebruik te maken van een voedselkringloop echter wel verduidelijkt worden. De kennis van een voedselkringloop kan ons eveneens helpen om bepaalde diersoorten aan te trekken, door de voorgaande organismen waarmee dit dier zich voedt, eveneens in te plannen bij de inrichting van onze tuin. Om bepaalde vogelsoorten een kans te geven zich in uw tuin te vestigen zal men bijvoorbeeld zowel moeten voorzien in hun geliefkoosd plantaardig en dierlijk materiaal. Anderszijds kan men een voedselkringloop ook toepassen om de populatie van minder gewenste dieren binnen de perken te houden. Bijvoorbeeld wanneer men een winterverblijf voor een egel voorziet, zal deze in het voorjaar en de zomer zich tegoed doen aan de slakken in uw tuin aanwezig.

Functies

Kenmerken

Soorten

  • hulpmiddel bij aantrekken van een organisme
  • hulpmiddel bij het reguleren van een organisme
  • bevat producenten, consumenten en reducenten
  • ieder element maakt deel uit van meerdere ketens 
  • volledige kringloop
  • onvolledige kringloop

Kenmerken

Producent

Producenten zijn in ecologische zin gezien de autotrofe (zelf-voedend) organismen die aan de basis van een ecosysteem staan. Zij produceren de organische stoffen die heterotrofe organismen nodig hebben om te overleven. Autotrofe organismen zoals planten gebruiken CO²  als bron van koolstof voor de opbouw van hun cellen. Door middel van fotosynthese (assimilatie) zijn planten in staat om CO² om te zetten in glucose door de energie die ze krijgen van de zon. Organismen die autotroof zijn maar licht nodig hebben voor de aanmaak van organische stof noemen we foto-autotroof. In onze tuin zullen in sommige processen nitrificerende bacteriën voorkomen, deze kunnen zichzelf voeden door de aanwezigheid van stikstof zonder zonlicht. Deze bacteriën zijn dan niet foto-autotroof maar chemo-autotroof.

assimilatie

Assimilatie is het biochemisch proces waarbij organische verbindingen worden opgebouwd uit eenvoudige organische en/of anorganische stoffen door middel van energie. Fotosynthese of de vorming van glucose en zuurstof uit water en koolstofdioxide is het belangrijkste assimilatieproces in de tuin. 

Consument

Consumenten zijn verbruikers van de stoffen die producenten leveren.  Dit zijn heterotrofe organismen ( vreemd-voeding) die hun celmateriaal alleen kunnen opbouwen uit het organisch materiaal dat ze verkrijgen uit de voeding van andere organismen zoals autotrofe organismen of andere heterotrofe organismen. Ze zijn dus steeds afhankelijk van de aanwezigheid van andere organismen omdat ze de moleculen dissimileren die in de eerste fase door autrofe organismen geassimileerd zijn.
In de tuin en de nabije natuur gaan we ons vooral richten op de hogere heterotrofe organismen zoals carnivoren (vleeseters), herbivoren (planteneters) en omnivoren ( alles-eters). 

dissimilatie

Dissimilatie is een uitgebreid proces bij de consumenten maar ook bij de producenten waarbij door verbranding (oxidatie) koolstofverbindingen omgezet worden naar zuurstof en koolstofdioxide. Hierbij worden voedingstoffen zoals suikers gebruikt als brandstof  Heterotrofe organismen assimileren voeding maar zijn als energiebron niet afhankelijk van de zon maar wel van de verbranding die ontstaat bij dissimilatie.

Reducenten

Reducenten zijn microorganismen (bacteriënschimmels) die de door detrivoren (afvaleters) verteerde organische stof verder afbreken en omzetten in anorganische stoffen. Dit biologische afbraakproces heet mineralisatie, waarna de producenten deze anaorganische stoffen weer gebruiken bij de opbouw van hun cellen. 

Functies

Aantrekking

Bij de inrichting van onze tuin kunnen we reeds inspelen op de mogelijke aantrekking van bepaalde dieren en zo de voedselkringloop gebruiken om verdere consumenten aan te trekken. Aan de hand van enkele voorbeelden beschrijven we hoe een goede kennis van een voedselkringloop dieren kan binnen halen zonder dat ze niet langer zelfstandig kunnen leven.

Voorbeelden :

Een insecten/bloesemshaag achteraan zal voldoende voeding voorzien die een winterkoninkje nodig heeft bij het grootbrengen van haar jongen en zichzelf. De brede houtwal dient als nestplaats terwijl de fruitbomen ideale uitkijkposten zijn. Aangezien we geen grote winterschoonmaak doen, vindt dit vogeltje ook tijdens de koude voldoende voeding met verscholen insecten of wormen en afgevallen zaden.

Reguleren

Door een goede kennis van consumenten en producenten kunnen we bepaalde plagen die voorkomen in onze tuin preventief voorkomen of laten reguleren onder eenbepaald punt van schade. We werken bij het ecologisch tuinieren in een gesloten kringloop dus we brengen geen extra dieren aan of gebruiken geen bestrijding.

Voorbeelden

Door Oost-Indische kers aan te planten gaan we gaasvliegen aan trekken die zich onder andere voeden met het nectar in de bloemkelk. De sappige stengels zijn ook aanlokkelijk voor alle bladluizen die anders op de kruiden zouden zitten. Op dat moment gaat de gaasvlieg zich ook voeden met de bladluizen en zal ze dus er voor instaan dat deze plaag binnen de perken blijft. 

Soorten

Een gesloten kringloop is een kringloop waarbij we steeds terugkeren naar eenzelfde punt zonder extra inbreng van voeding of organismen. In onze tuin is het belangrijk om zoveel mogelijk kringlopen te sluiten of waarbij we geen invloed hebben op de kringloop. Bij een gesloten kringloop bijft de kring van energie en materie behouden zonder verlies in de fases.

Een open kringloop bevat elementen die wegvallen of die toegevoegd worden zonder dat we echt kunnen spreken van een kringloop waarbij een producent intstaat voor de voeding van uiteindelijk de reducenten. 

Tuinontwerp

Het is belangrijk om de tuin zo aan te leggen dat hij voorziet om de bestaande of nieuwe kringlopen zoveel te sluiten. Vaak is het mogelijk maar gezien de mobiliteit, de leefwijze en de voeding van dieren is het slechts zelden mogelijk om hem volledig in onze tuin te laten doorgaan. 
Bepaalde vogelsoorten zoals mussen of merels kunnen we voeding geven door appelbomen, wilde hagen en een vijver te voorzien. Deze standvogels hebben weinig ruimte nodig en zullen waarschijnlijk ook van nature sterven in de nabijheid van uw tuin. In deze kringloop zorgen we er dus voor dat geen enkel element op langere termijn afhankelijk is van extra inbreng van voeding door ons als tuinier. 
Stel nu dat we een nestkast voor een zwarte roodstaart in de tuin hangen hebben en deze ook ieder jaar bewoond wordt met enkele nesten als resultaat, dan hebben we niet de mogelijkheid om onze tuin volledig aan te leggen in functie van deze trekvogel. We richten ons dus op een bepaald facet ( voeding van dierlijk materiaal) en bieden dan ook planten aan die insecten huisvesten of aantrekken. Hier is het dus verkeerd en zelfs zinsloos om te denken dat we er alles kunnen aan doen om de zwarte roodstaart het ganse jaar binnen een kringloop in onze tuin vast te houden. Er treedt behalve de aanplantingen en de aanbreng van een nestkast geen afhankelijk op waarbij er steeds elementen in de kringloop aangeleverd moeten worden.
Mocht het echter wel zo zijn dat er in onze tuin eekhoorntjes wonen die zich enkel en alleen voeden met de door jou voorziene nootjes, dan zijn wij ongeacht het goed bedoeldt is, de oorzaak van afhankelijkheid en zorgen we voor een open kringloop. Veel beter zou het zijn om, indien we weet hebben van de aanwezigheid van eekhoorntjes nootdragende struiken en bomen aan te planten, zodat de dieren zelf kunnen voorzien in hun voeding en wintervoorraad.   

Ecologische sleutel

De voedselkringloop geeft een goed beeld welke dieren of planten we moeten voorzien, indien we een bepaalde soort wensen aan te trekken in onze tuin. Hij is ook bepalend voor een levenscyclus van een diersoort.