Romeins
Penates
In de 2de eeuw ontstond het gebruik om dwergachtige figuren in de tuin uit te stallen. Het ging voornamelijk over kleine beeltenissen van huisgoden, met de bedoeling dat deze geluk zouden brengen. Dit gebruik is doorheen de veroveringen van het Romeinse Rijk over gans Europa verspreid geraakt onder verschillende van tuinkabouters.
Iedere god of godin had een specifieke taak in het huishouden of het leven en het tonen van bepaalde goden gaf een goed beeld over het leven binnenshuis.
God(-in) | taak |
---|---|
Potina | hulp bij het drinken bij het kind |
Edusa | hulp bij het voeden |
Cunina | beschermster van de wieg |
Cuba | hulp bij de overgang van wieg naar bed |
Adeona | hulp bij de eerste stapjes |
Abeona | hulp bij de eerste stapjes |
Fabulinus | hulp bij de eerste woordjes |
Locutius | hulp bij de eerste zinnen |
Camena | hulp bij de zang |
Numeria | hulp bij het tellen |
Domiduca | beschermt een goede thuiskomst |
Voeding
Honing gebruik
De echte godenspijzen zijn nectar en ambrozijn, deze werden beide van honing gemaakt. De oppergod Jupiter werd van jongs-af-aan met honing en geitenmelk grootgebracht. Honing was een lekkernij voor de Romeinen, maar ze gebruikten het ook als zoetstof, conserveermiddel en medicijn.
Peper Gebruik
Bij de Romeinen werd peper gebruikt om gisting tegen te gaan en om geuren van bederving weg te nemen.
Suiker Gebruik
Suiker, afkomstig uit het Midden-Oosten, werd zeer graag en graag veel gebruikt door de Romeinen.
Soldaten kregen hun soldij uitbetaald in zout, en hieruit is dan weer het woord salarium ontstaan, wat dan weer de voorloper is van ons woord salaris.
Zout Gebruik
Zout diende in het Oude Rome zowel als smaakmaker als conserveermiddel. Ze beschikten over een specifieke handelsroute, de Via Salari, die liep van Rome naar Reate.
Zout werd op twee manieren gewonnen, namelijk uit de zee door verdamping, en uit de aarde uit steenzout.
Vroeger was zout zeer kostbaar en werd het thuis veilig bewaard in een speciale zoutpot, die dan weer gewijd was aan de huisgoden, de Lares.
Planten
Kruiden
Wilde planten
- Waterkers
Fruit
Meloen Plantlore
Na de eerste eeuw komt de meloen terecht in de Romeinse kookboeken.
Vijg Plantlore
De Romeinen aten graag vijgen, zowel gedroogd als vers.
Dadel Plantlore
Dadels werden door de Romeinen ingevoerd vanuit het Midden-Oosten. Ze werden zowel gedroogd als vers gegeten, maar ook gebruikt in sauzen, gebak en wijn om ze zoeter te maken.
Bomen
Tamme kastanje plantlore
De tamme kastanje werd echt gekweekt en gecultiveerd door de Romeinen omwille van zijn lekkere vruchten. Ze kenden het gebruik om ze te roosteren, maar er waren vele verschillende recepten gekend.
Kers Plantlore
Door de Romeinse consul Lucullus werd de kers vanuit Perzië in 74 voor Chr. naar Rome gebracht. Langsheen de heirbanen breide de boom zich verder uit naar het Noorden van het Romeinse Rijk.
Peper
Peperkorrels werden al in de vijfde eeuw voor Chr. door de Grieken via Egypte uit India geïmporteerd. De korrels werden gebruikt om voedsel tegen gisting te beschermen en de geuren van beginnend bederf weg te werken.
Olijven en olijfolie
In het Griekse Attica met de hoofdstad Athene was de olijfboom het nationale symbool, gewijd aan de godin Pallas Athene. De boom leverde olijven en olie voor de Griekse en later de Romeinse keuken. De Romeinse schrijver Livius (59 voor Chr. – 17 na Chr.) beweerde, dat Hannibal de overwinning op de Romeinen behaalde nadat hij zijn soldaten met olijfolie had laten insmeren, zodat ze zich warm voelden en krachtig genoeg om te vechten.
Azijn
De Romeinen gebruikten veel azijn, o.a. om Posca te maken, een mengsel van azijn en water. Azijn was ook een basis voor sauzen, net als citroen of sinaasappelsap.
Bier
Bier werd zo’n 9000 jaar geleden al gemaakt in het oude Iran/Irak en Egypte. De drank werd gemaakt van gerst. In Rome werd in de beginjaren ook wel bier, dat cervisia werd genoemd ter ere van de godin Ceres/Demeter gedronken. In latere eeuwen gingen Romeinen over op wijn. Wel bracht Agricola, de gouverneur van Brittannië rond het jaar 80 drie bierbrouwers vanuit Noordwest-Europa naar Rome. De drie openden in de stad een brouwerij/bierhuis. Maar Romeinen bleven bier meer iets vinden voor de Barbaren zoals Germanen, Bataven en Kelten.