Scheepsbouw
Geschiedenis
Stenen tijdperk
Tijdens de overgang van het stenen naar het bronzen tijdperk, tevens de overgang van jager-verzamelaar naar boer-en herder, zijn er verschillende schepen in rotstekeningen gekerfd en versiert. Eigenlijk mogen we stellen dat schepen zelfs met duizend verspreid zijn aangebracht over de verschillende Noordse gebieden. Gezien de tijdsgeest en de aanwezigheid van andere tekeningen kunnen we er van uit gaan dat deze schepen geen zeeslagen of oorlogen voorstelden.
We zien tekeningen en figuren die symbool staan voor de sjamanistische overtuiging. De imaginatieve gravures tonen aan dat de schepen behoorden tot de magische wereld van de betovering.
In vele religies zien we schepen later terugkomen als hulpmiddelen om de verschillende werelden te doorkruisen. Ze brengen ons van de eigen realistische wereld naar de wereld van de goden of zelfs tot aan het dodenrijk. Een schip is een transportmiddel waarbij men als mens of in het bewustzijn zich kunnen bewegen tussen de werkelijkheid van de aardse wereld en die wereld die behoort aan onze fantasie.
Boven een aantal gravures zien we ook symbolen en schijven die in verband staan met de zon, en mede daardoor ook met de vruchtbaarheid.
Al deze rotstekeningen samen gebracht met de echte schepen die terug gevonden zijn op begraafplaatsen en in het veen geven ook aan dat al in het stenen-en bronzen tijdperk schepen gebruikt werden voor ceremonies en offerplaatsen.
De symbolische waarde van een schip is ok moeilijk los te koppelen van de symboliek die met water geassocieerd wordt. Zonder water, geen leven, geen oogst, geen drinken en zo veel meer. Het is bewezen dat er er al sinds vele duizenden jaren schepen op de Rijn varen, die als een processie goddelijke symbolen rond brengen. De schepen, zeker diegene met de zonneschijven, vormden de toverkring schip-water-zee-regen en duiden ook op de beweging van de zon, alsof de schepen ook hier weer hulpmiddelen, dragers voor zijn.
IJzertijdperk
Bij Hjortspring op het Deense eiland Alsen is in een veen een schip teruggevonden dat uit de tijd van 400 jaar voor C. is te situeren. Het was een spantenschip met een dubbel steven van 13 meter lang en 2 meter breed en bestaat uit planken van lindehout van een halve meter breed. De roeibanken duiden op een roeischip maar dan wel eerder met steekpeddels in plaats van roeiriemen. Alle houten delen werden afgedicht met harpuis, dit is een versmolten mengsel van natuurlijke hars en olie. Schepen met een dubbel steven zijn gebouwd om met de beide zowel het voor-als achtersteven te kunnen aanleggen. Hiervoor hebben ze aan boeg en hek een dubbel spoor, een dubbel steven. De vondst van het Hjortspringschip, is des te opmerkelijkedoor de talrijke zwaarden, schilden, speren en kurassen. Met een gewicht van 530 kilogram mag er vanuit gegaan worden dat het een 20-tal vikingen kon vervoeren.
typisch vikingschip met dubbel steven
Andere ontdekkingen in Nydam, gelegen in zuidoostelijk Jutland, zijn iets spectaculairder en geven een ng beter inzicht in de krijgsmacht der vikingen. Hier werden er 3 boten overgeleverd aan het veen, waarvan 1 de grootste en de enige waarvan er nog duidelijke restanten waren, tot wel 23 meter groot. Dit schip was een verbeterd exemplaar van het Hjortspringschip omdat het al veel beter bestand was tegen de woeste zeestormen. Het is namelijk dat enkele duizenden jaren geleden het klimaat veranderlijk was en gedurende decennia de zee veel ruwer kon maken met metershoge golven. Hiervoor moesten de schepen veel steviger worden met versterkte rompen en wanden. Dit grote eikenhouten schip kon plaats bieden aan 36 roeiers maar was voorlopig nog steeds zonder zeil of kiel.
In de omgeving van Nydam zijn er nog andere schepen gevonden die veel uitdrukkelijker versierd zijn, en die duiden op een veelal oorlogszuchtig, slagvaardiger bestaan. We zien een duidelijke evolutie van een eerder boer-ontdekkingsreizigersbestaan naar een overheersers-plunderaarsbestaan.
Alleszins kunnen met duidelijk vaststellen dat er evolutie is bij de schepen, eerst één die rekening houdt met een veranderdend klimaat en vervolgens één die rekening houdt met de krijgshaftige levenswijze.
Symboliek
Scheepsgraf
Het is een alom gekende traditie dat bij de Noordmannen, wanneer iemand met een zekere betekenis kwam te sterven, en dan zeker wanneer dit gebeurde tijdens de strijd deze werd begraven op een schip. Hierbij werden dan behalve offers zoals dieren, voeding en soms zelfs een mens ook juwelen en wapens mee weggestuurd op het water. Vervolgens werden er van op de over vuurpijlen weggeschoten, waardoor de overledene op een brandend schip naar Valhalla werd gebracht
Soms gebeurde het echter dat er niet de tijd of niet gewoon het niet de plaats was om de overledene over te dragen aan het water. Hier werd de verlorene dan begraven in een schip terwijl het door het veen werd opgeslorpt of soms werden er zelfs echte grafheuvels gebouwd. Hierbij werd het schip met grond bedekt waardoor het een unieke en kenmerkende plaats in het landschap gedurende eeuwen kon aannemen, waarvan er tot op de dag van vandaag bestaan.
Een andere werkwijze was ook om de hoofdman of leider samen met zijn schip en offers op de vuurstapel te verbranden. Bij opgravingen zien we dan ook klinknagels die duiden op schepen en dit samen zwaarden en schilden. Deze bevatten restanten of vervormingen die aangeven dat ze verbrand geweest zijn. Na deze symbolische brand werden de overblijfselen opgehoopt met grond, waardoor alsnog een echte grafheuvel als gedenkingsplaats ontstond.
Een verzameling van grafschepen, veelal gewijd aan de god Njord, noemen we een Noatun, een tuin der schepen.
Niet iedereen had echter het geld of het aanzien om begraven te worden in een schip. Deze mensen werden dan gewoon ten gronde gedragen terwijl er rondom het graf met stenen een vorm werd gemaakt die de contouren had van een schip. Zowel in het Scandinavische landschap, maar even goed ten Oosten van het Verenigd-Koninkrijk vind men plaatsen waar na een Grote slag er verscheidene vormen van schepen terug te vinden zijn.
Wanneer we de beperkte geschriften nalezen, maar ook door de ontdekkingen, kunnen we er vanuit gaan dat echte begrafenissen de regel waren bij de Noormannen en ten water lating van de overledene eerder uitzonderingen waren. Deze zijn enkel gebeurt wanneer de tijd te beperkt was, of wanneer de ondergrond te hard, te rotsachtig of te bevroren was om een graf van te maken. We zien ook bij de, wat we noemen, veenvondsten dat de omgeving zo was ingericht als een amfitheater zodat het publiek in grote getale kon afscheid nemen. We mogen zodoende stellen dat deze begrafenissen veel volk op de voet brachten en met de nodige animatie en toespraken gepaard gingen.
Zon
Het is wel een fout inschatting om er van uit te gaan dat iedereen die in een schip begraven is, de weg naar Valhalla heeft gevonden. Deze eer was enkel weggelegd voor de strijders en krijgers die stierven op het slagveld of bij een glorieuze dood. In sommige schepen zien we verwijzingen naar andere goden, en gaat de reis dus eerder naar het dodenrijk van die specifieke god of godin.