Platwormen

Steeds vaker worden er exotische landplatwormen waargenomen in ons land, algemener worden er in Europa ook meer en meer soorten wormen aangetroffen. Zowel de verdere verspreiding van de reeds aanwezige soorten als de steeds meer nieuwe soorten moet zeer kort opgevolgd worden. Want laat het duidelijk deze exoten hebben zeer zeker een impact op onze inheemse fauna.

Geschiedenis

20ste eeuw

Al aan het eind van de vorige eeuw werd de hamerhoofdlandplatworm al ontdekt in de plantentuin te Meise.

2015

De grote Australische geelstreep (Caenoplana variegata) wordt gesignaleerd in een tuin in Hamme.

2016

De kleine Australische tweestreep wordt in de Victoriakas van de plantentuin van Gent vastgesteld. 

Leefwijze

Bedreiging

Invasief

In ons huidig klimaat zien we niet direct een invasief karakter bij deze landplatwormen maar enige voorzichtigheid is toch aan te raden. De warme en vochtige situaties uit hun oorspronkelijk leefgebied worden perfect nagebootst in de warmere serres van de plantentuinen, maar zijn niet echt gelijk aan ons buitenklimaat. Maar van de meeste platwormen zien we ook wel dat ze in staat zijn om deze slechtere perioden te overbruggen door zich onder de grond terug te trekken en in pauze te gaan. Een aantal soorten zijn al teruggevonden in tuinen, en de kleine Australische tweestreep is in Frankrijk al aan een opmars bezig.

Deze exoten hebben een zeker impact op onze eigen inheemse ecosystemen, doordat ze zich voeden met regenwormen, slakken, pissebedden enzovoort, zolang het maar kleine bodemdieren zijn. Zelf hebben de landplatwormen geen natuurlijke vijanden, want hun lichaam bevat een slijm dat dan weer stoffen bevat die ze niet bepaald smakelijk maken. Behalve enkele roofslakken of andere platwormsoorten zijn er geen predatoren.

Bestrijding

Eénmaal gevestigd zijn platwormen zeer moeilijk te bestrijden, een preventieve aanpak, de aanpak van de eerste lijn is dus het allerbelangrijkste. Introducties gebeuren quasi altijd met de invoer van sierplanten, waarbij de platwormen dan in de potgrond aanwezig zijn. Preventie zal telkens gebeuren aan de hand van fytosanitaire maatregelen zoals het onderdompelen van de pot met kluit gedurende 40 minuten in water van 30°C.  Betere inspectie van de potgrond en het gebruik van steriele potgrond zijn andere acties die de verdere verspreiding kunnen afremmen.

Monitoring

Momenteel worden de meeste platwormen gesignaleerd in botanische plantentuinen, waarbij ze dan goed gemonitorde en zelfs genetisch geanalyseerd worden. De waarnemingen op de veel gebruikte apps zoals obsidentify of waarnemingen.be zijn nog onvoldoende gekend. Er is een zekere nood aan meer sensibilisering of een breed gedragen burgerwetenschapsproject. nog te vaak zien we soorten in onze buurlanden opduiken die bij ons totaal niet worden waargenomen. Hierbij mag men er vanuit gaan dat het eerder aan een gebrek van waarnemingen zal liggen dan aan een gebrek in aanwezigheid.

Soorten

Kleine Australische tweestreep

 De Australische tweestreep (Kontikia cf. ventrolineata) wordt in 2016  in de Victoriakas van de plantentuin van Gent vastgesteld. Later zijn er waarnemingen in de plantentuin te Meise.

Grote Australische geelstreep

De grote Australische geelstreep (Caenoplana variegata) wordt rond 2015 gesignaleerd in een tuin in Hamme (Oost-Vlaanderen).

Dolichoplana cf. signata

Deze vrij onbekende soort is al teruggevonden bij onderzoek in de plantentuin te Meise.

Dolichoplana striata

Deze soort werd voorlopig enkel waargenomen in de kruidtuin te Leuven.

Caenoplana coerulea

Deze mooie blauwe tuinplatworm werd al verschillende keren gesignaleerd in de serres van de plantentuin te Meise.

Bipalium kewense

Een zeer opmerkelijke worm is de hamerhoofdlandplatworm, een 20centimer grote worm die al enkele keren in Meise is onderzocht.

Obama nungara

Deze soort uit Zuid-Amerika is al meermaals terug gevonden in West-Vlaanderen en een tuin in Elsene.