Bodem

De bodem  moet altijd het eerste zijn waarvan men kennis neemt alvorens verdere keuzes te gaan maken omtrent inrichting of plantensoorten in de tuin. Een bodem met een te zure pH door stilstaand water of met storingen in de lagen zodat er weinig doorgroei mogelijk is zal ondanks de aangebrachte meststoffen of kalk nooit het gewenste resultaat kunnen geven. Maar aan de hand van documentatie gaat men steeds planten vinden die hierop zullen groeien en zal men hierbij een eigen specifieke plantensamenstelling verkrijgen zonder dat er een impact op de bodem ontstaat. Verstoringen in de bodem door toevoegingen van producten, door te grote of diepe bewerkingen en zo meer moet men steeds vermijden 

Functies

Buffervermogen

Opslagvermogen

Koolstof en water

Energie (warmte, koude)

Draagvermogen

 

Regulatiefunctie

ecologisch evenwicht van ecosystemen

Productiefunctie

De ecosysteemdiensten van de bodem, in het kort bodemdiensten, hebben te maken met het vermogen van de om nutriënten te leveren en biomassa te produceren (bodemvruchtbaarheid), het vermogen om regenwater te filteren (drinkwaterproductie) en om ziekten en plagen onder controle te houden (biologische landbouw, duurzame landbouw).

Op zand werk je licht, maar niet daarvoor gezwicht.
Wie lekker wil eten, zal op klei moeten zweten.

Functies

  • buffer
  • opslagvermogen
  • draagvermogen
  • regulatiefunctie
  • productiefunctie

Bodemschimmels

In de bodem komen van nature veel schimmels in voor, en daarbij vervullen ze verschillende rollen. Sommigen, zoals de Rhizoctonia, worden door de landbouw als ziekteverwekkers aanzien. De gekende en geliefde, zowel in de natuur als in een ecologische tuin, zijn de mycorrhiza; Deze gaan een win-win relatie aan met vele planten aan, waaronder ook onze groenten en kruiden. Zij werken in een symbiose samen met de plant en zorgen zo voor een efficiënte voedsel-en vochtopname, tevens zijn ze ook een buffer bij stresssituaties. Een derde, vaak vergeten groep bodemschimmels zijn de saprotrofe schimmels, deze eten dood organisch materiaal, zoals plantenresten en bladafval. Zij zijn in een normaal ecologisch systeem bijvoorbeeld in de natuur of een ecologische tuin volop aanwezig en vervullen daar diverse functies, zoals het onderdrukken van ziektes  

Bedreigingen

  • uitdroging door afname van het bodemwater
  • verstoring van de lagen door intensieve grondbewerkingen
  • verarming van het organisch materiaal
  • verzouting van de bodem door kunstmeststoffen of strooizout
  • vergiftiging door lozing en afval
  • geografische verstoring door toevoeging van andere bodembestanddelen of hulpmiddelen ( turf, kalk)
  • verzwakking van het bodemleven door een te monotome of te hoge productie
  • afname van de totale bodemvruchtbaarheid
  • opwarming van de bodem

Verzouting

Tijdens de koude winters krijgen onze planten en de bodem het hard te verduren door de kilos strooizout die langsheen de wegen weggesmeten worden. Deze 80 000 ton die jaarlijks verdeeld wordt zorgt ervoor dat alle bermplanten in maanden februari/maart er verbrand bij staan en allemaal ros uitslaan.  De verzilting van de bodem is nefast voor vele inheemse planten maar schept dan weer mogelijkheden voor andere planten zoals hertshoornweegbree, lepelblad en rolklaver. Deze  zouttolerante planten en dan voornamelijk het Deens lepelblad komen nu reeds voolop voor langsheen de snelwegen en ringwegen. Door de jarenlange verzouting van de bodem verkrijgen we dus een soort van Vlaamse steppe bodem die alleen nog maar zilte of zouttolerante planten kan huisvesten.

Opwarming

Als gevolg van de algemene klimaatopwarming zien we dat ook de bodem drastisch aan het opwarmen is. De laatste 40 jaar merken we in agrarisch gebied een gemiddelde toename van 1,5°C. En volgens een studie van bodemonderzoeker Guido Bakema (WUR)  wordt verwacht  dat het tegen 2050 met 3°C zal opwarmen ten opzichte van 1980. Op zich hoeft dit niet te verbazen net omdat de bodem een belangrijke opslag en bufferplaats voor het ganse biotoop, de bodem slaagt dus de stijgende luchttemperatuur op.

Net zoals men in stedelijk gebied echte hitte-eilanden krijgt zien we ook in landelijk gebied dat de vegetatie, of net het ontbreken ervan een grote invloed op de opwarming van de bodem. Een weinig begroeide bodem zal gemiddeld 30% sneller opwarmen dan de omgevingstemperatuur, waardoor de bodem sneller zal uitdrogen en het opwarmingseffect zal versterkt worden.

  • begroei steeds de bodem
  • capteer vocht
  • varieer in het landschap

Om de bodemtemperatuur te beperken is het belangrijk de bufferwerking van de begroeiing te waarderen door een aangepast natuurbeheer. De hogere luchttemperatuur mag als het ware geen vat krijgen op de temperatuur van de bovenste bodemlagen. Een korte en open vegetatie verhoogt de extremen doordat de atmosfeer meer effect krijgt op de bodem. denk hierbij bijvoorbeeld aan plaggen of kort maaien. Ook kappen, knotten en het terugzetten van hakhout in bossen en struwelen kan eenzelfde effect genereren. Anderzijds zal een tegengesteld beheer; waarbij we de vegetatie zo goed mogelijk behouden de temperatuur drastisch verlagen.   

Een aangepast natuurbeheer waarbij men steeds verschralen door de vegetatie weg te nemen, zal een negatief effect hebben op de bufferwerking van de bodem. Hierbij is het belangrijk om zeer gefaseerd en pragmatisch te werken

Een gevarieerd landschap met veel afwisseling en een bodem die steeds bedekt en begroeid blijft is de belangrijkste methode om een verdere temperatuurstijging te beperken. Behalve dit zal een divers landschap ook beter bestand zijn tegen droogte en erosie. 

Bodembewerkingen

technieken

  • beperk omspitten of andere bewerkingen dieper dan 10 cm.
  • een woeler kan tot 20 cm. diep verluchten zonder de structuur te verstoren
  • gebruik een cultivator voor de toplaag los te maken
  • hark de losgemaakte grond steeds aan