Boomklever
Net als spechten is een Boomklever een vogeltje dat je meestal ziet als een schicht die je eerst langs de stam ziet foerageren om dan wanneer je dichterbij komt zich weet te verstoppen aan de achterzijde. Net omwille van deze manier van voeding zoeken wordt hij vaak verward met een specht of op de Boomkruiper.
Voorkomen
De Boomklever komt voor op ongeveer 70% van het Belgisch grondgebied, vooral ten zuiden van de lijn Samber en Maas. De broedpopulatie wordt geraamd op ongeveer 300 000 koppels, waarvan zeker 4 000 in Vlaanderen
Naamgeving
Kenmerken
De Boomklever is uitgedost met een kleurrijk verenpak, de rug en de bovenkop zijn blauwgrijs terwijl de buik en borst bij het mannetje roestbruin is en bij het vrouwtje iets fletser van kleur. Hij bezit een zwarte oogstreep die de kop scheidt van de vaalwitte wangen.Het typische silhouet, het lijkt een halsloze vogel,met een grote kop en een lange, rechte, spitse snavel is kenmerkend. Het grote verschil met een specht zit hem in de eerder gedrongen lijfje met een korte staart.
Dankzij zijn krachtige poten en zijn vlijmscherpe nagels, kan de Boomklever een boom in alle mogelijke houdingen, ook neerwaarts in tegenstelling tot de Boomkruiper, verkennen.
Geluid
Voeding
Zijn prooien haalt de Boomklever met de snavel uit de spleten en scheuren in de schors, hiervoor durft hij zelfs een stuk schors losrukken. Hij neemt alles gaande van kevers, oorwormen, mieren, rupsen, insecteneieren en larven, vliegende insecten maar ook spinnen en kleine weekdieren tot zich. Als sedentaire insecteneter zal hij de winterperiode moeten overleven op beukennootjes, eikels, hazelnoten en zaden, maar kan hij soms ook aan de voedertafel betrapt worden met pinda's.
Leefwijze
Een Boomklever is snel en actief en maakt plotse en schokkerige bewegingen terwijl hij langs de stam zowel naar boven als naar beneden heen en weer achter voeding zoekt.
Nest
Vaak lezen we dat boomklevers klei, leem of modder vermengen met speeksel om de opening van een nestkast dicht te maken. In Nederland is waargenomen dat ze in een bepaald natuurgebied ook koemst gebruikten. Boomklevers schuwen het werk niet dat nodig is om grotere nestkasten met grote invliegopening veiliger te maken tegen roofdieren. Als holenbroeder maken ze ook vaak gebruik van nestelen die door spechten reeds gemaakt zijn.
Voortplanting
Habitat
Het leefgebied van de Boomklever is rijk aan hoge bomen met een grove en gespleten schors liefst met natuurlijke holten, maar deze kunnen ook reeds door andere dieren (spechten,...) gemaakt zijn. Hij heeft een voorkeur voor loofbomen op leeftijd die groeien in parken, boomgaarden en bossen.