Vlinders

Geschiedenis

Oudheid

Middeleeuwen

2022

Het jaar 2022 begon zeer beloftevol, en al vanaf maart werden er veel vlinders waargenomen, hierbij ging het in eerste instantie wel enkel over vlinders die als adult de winter doorstaan. In half maart zagen we dan wel vlinders die vanuit hun pop als vlinder 2022 zagen. Eind maart begin april was er wel weer plots sprake van een winter en zagen we plots geen vlinders meer

2023

Tijdens de jaarlijkse vlindertelling (weekend 7 tot 9 juli )zat alles goed om de generatie zomervlinders te kunnen tellen. Dit weekend werden er zowel trekvlinders gezien als vlinders die eigenlijk 'overzomeren' en meestal nu niet meer te zien zijn.

 De atalanta is een trekvlinder, in het voorjaar zien we vlinders die hier hebben overwinterd en die worden aangevuld met trekvlinders uit het zuiden. De nakomelingen daarvan vliegen in juli en augustus. Atalanta werd op de voet gevolgd door het klein koolwitje (8759) en de citroenvlinder (8433). De citroenvlinder heeft zich goed laten zien ondanks de hoge temperaturen; in de zomer kruipen de meeste citroenvlinders weg om te ‘overzomeren’ en zie je dus niet.

2023

  1. Atalanta
  2. klein koolwitje
  3. citroenvlinder
  4. dagpauwoog
  5. groot koolwitje
  6. bruin zandoogje
  7. boomblauwtje
  8. gehakkelde aurelia
  9. klein geaderd witje
  10. kleine vos

Naamgeving

 

 

Officiële benaming :
Familie :
Geslacht :
Soortnaam :

Nederlandse benaming :

Duitse benaming :

Franse benaming :

Engelse benaming :

Volksbenaming :

 

Kenmerken

Rups

kenmerken
grootte
kleur
voeding
periode
kenmerken

Adult

kenmerken
grootte
kleur
voeding
periode
kenmerken

Leefwijze

Rups

Vlinder

Algemeen

Na de pop-fase wanneer een vlinder zijn eind ontwikkeling bereikt heeft, groeien er geen cellen meer aan. Dit betekent dat hoe meer ze bewegen hoe sneller ze zullen sterven. Het is dus zeer belangrijk hun dagen waarin ze vliegen en bewegen zeer goed uit te kiezen om trefzeker voeding en een partner te vinden. In rust zijn ze een makkelijke prooi, zeker de dagvlinders met felgekleurde vleugels en net daarom verstoppen ze tussen de planten. 
Wanneer de vlinders in het voorjaar al aan het vliegen, zullen enkele dagen vorst weinig schade berokkenen. Het mag natuurlijk niet te lang vriezen of bewolkt blijven, maar zoals ieder jaar worden de mooie warme dagen steeds afgewisseld met regenbuien en soms zelfs nachtvorst. 

Vlucht

Om goed te kunnen vliegen hebben vlinders een lichaamstemperatuur van 30°C hebben en deze warmte is zeker niet altijd haalbaar. Ze gebruiken de zonne-energie wel zeer efficiënt waardoor ze ook vroeg in het voorjaar waar te nemen zijn. Met een halve minuutje in de volle zon kunnen ze vliegen, dit terwijl het buiten maar net boven de 10°C is. Wanneer het bewolkt en koud is kruipen vlinders weg tussen de struiken en houden ze zich stil waardoor ze weinig energie gebruiken. Wanneer vlinders in deze rustfase zitten wordt hun levensduur wel enigszins verlengd, waardoor ze bij goed weer hun doelen kunnen hervatten. 

Observatie

Bedreiging

Het overgrootte deel van het biotoop van onze vlinders ligt tussen landbouw en bosgebied. Dat wil zeggen dat de ene zone vooral gedraineerd en overbemest wordt, waardoor de bosrand dan weer snel verruigt en er weinig kruiden en bloemen aanwezig zijn.

  • geïsoleerde populaties
  • drainage
  • hoge landbouwproductie
  • stikstofdepositie

Bescherming

Genetische adaptatie

De bestaande klimaatwijziging zorgt ervoor dat bepaalde soorten aan het verdwijnen zijn, terwijl in onze regio opvallend genoeg heel hard toenemen. Dit is voor een deel toe te wijzen aan het feit dat deze vlinders hun biotoop blijven zoeken, ook al wijzigt dit geografisch gezien, maar we zien ook dat een aantal vlinders hun eisen naar hun biotoop beginnen te veranderen. Ze leren als het ware om zich te adapteren en aan te passen aan de veranderingen. 

Het zwart weeskind was tot 2007 een zeer zeldzame verschijning in onze streken. Het is, of alleszins was volgens alle informatie een typische soort voor ruigte langsheen waterlopen. Zo werden de rupsen telkens gevonden op bomen en struiken in de nabijheid van beken en rivieren, soms zelfs in stedelijk gebied. Vanaf 2008 zien we een zeer plotse stijging in het voorkomen van deze soort. In het begin wat gesitueerd rond enkele regios zoals West-Vlaanderen en Oost-Brabant, maar momenteel zeer algemeen aan het uitbreiden. Deze evolutie bewijst dus dat een beekbegeleidend bos dan toch geen noodzaak blijkt te zijn.

Habitatrichtlijn

Er zijn verschillende leefgebieden en soorten die een strikte bescherming genieten binnen de Europese Habitatrichtlijn, onder andere binnen de Natura2000-gebieden. Bij de soorten bijvoorbeeld is de bescherming veel ruimer dan alleen maar bescherming tegen directe bedreigingen zoals doden en afvangen. Ook het leefgebied van deze soorten moet voldoende groot zijn en van een zekere kwaliteit waardoor het voortbestaan van de soort op lange termijn gewaarborgd blijft. Voldoende leefgebied en voldoende populatie wilt nog niet zeggen dat het voortbestaan van een soort is veiliggesteld. Maar zelfs voor deze twee parameters zitten we zeker bij vlinders al vaak onder de gestelde waarden. Zo zien we van het pimpernelblauwtje in Nederland bijvoorbeeld maar één populatie en van het donker pimpernelblauwtje één die zelfs in een wegberm zit. Eén foute handeling, verkeerd beheer of pech met de weersomstandigheden en we zijn deze soort kwijt.

Hiaten

  • geïsoleerde populaties
  • drainage
  • hoge landbouwproductie
  • stikstofdepositie

Het grote extra probleem bij de andere algemene bedreigingen van de vlinders zijn de geïsoleerde populaties.  We zijn namelijk dat de ernstige bedreigde soorten een heel verschillend habitat hebben, waardoor we dus verder moeten kijken dan enkel de bedreigingen in dit habitat.

Er moet dus rekening gehouden met het feit dat als populaties al klein en vatbaar zijn, ze weinig andere problemen, zoals 3 droge zomers, kunnen verdragen om helemaal ten onder te gaan.

Normaal gezien ondernemen we altijd acties die op lange termijn effect hebben, maar bij deze vlindersoorten zal de impact van de habitatrichtlijn onvoldoende zijn om te kunnen overleven als soort.

Tuinontwerp

Waardplanten