Biologisch evenwicht

Dit houdt in dat er een evenwicht is tussen de aanwezigheid van natuurlijke vijanden en de populatie van hun prooidieren. Wanneer we bijvoorbeeld na enkele jaren geduld de bladluizen getoleerd hebben in onze siertuin, dan gaan we waarnemen dat deze daarna stelselmatig tot een gestabiliseerd punt komen. Deze stabilisatie is er gekomen doordat ook de natuurlijke vijanden zoals zweefvliegen of lieveheersbeestjes de weg naar uw tuin gevonden hebben. Wanneer we echter ieder jaar een nultolerantie zouden voltrekken tegenover bladluizen en deze doelgericht zouden bestrijden, zouden we nooit in een fase komen waarbij hun opkomst en schade relatief blijft door predatie. 
Het is belangrijk om te beseffen dat er steeds een ecologisch of natuurlijk evenwicht kan optreden en dat zowel in het pioniersstadium als in het climaxstadium.
De mate van verstoring bij een ecologisch evenwicht is gerelateerd aan de weerstand (resistance) of de veerkracht (resilance) van het evenwicht. Bij weerstand heeft een verstorende ingeep bijna geen enkel effect, maar bij veerkracht is er in eerste instantie veel verstoring maar keert het steeds terug naar een evenwichtstoestand.

Kenmerken

  • dynamische beweging rond stabiel punt
  • kan verschuiven naar nieuw evenwicht
  • kan in elk stadium voorkomen
  • zowel in soortaantal als in soortsamenstelling
  • biotisch en abiotisch

Functies

  • verlaagt de impact van plagen

Bedreiging

  • voor verstoring vatbaar

Tuinontwerp 

Een biologisch evenwicht in de tuin verkrijg door zoveel mogelijk te variëren in de tuin, en dit zowel met elementen als gelaagdheden.  Hierdoor verkrijg je meer diversiteit, en laat het, hoe raar het ook mag klinken, net die diversiteit zijn die de steunpilaar is van een evenwicht. Want het is net door de biodiversiteit te verhogen dat geen enkele plaag zonder predator zal zijn waardoor iedere actor steeds voldoende zal voorkomen, maar dan wel steeds in een bepaalde stabiele vorm.  

pijlers

  • variatie in elementen
  • variatie in gelaagdheid
  • herken jouw tuinbewoners (gasten)
  • beperk ongewenste gasten

Niet elke tuinbewoner of gast is ongewenst, in de meeste gevallen slechts ongekend en net daardoor ook onbemind. Leer daarom de dieren herkennen en kennen. het is zeker niet nodig om iedere insect met volledige naam te kennen, maar tracht gewoon te weten in welke grootorde het thuishoort zodat je weet in welke categorie (plaag/predator) het zich bevindt. Misschien horen die nare insecten die je steeds frustreren en die je steeds verwijdert, wel tot de roofwantsen die met veel plezier jou helpen met de bladluizen te beperken.

Heb je toch op bepaalde momenten heel veel schade door een bepaalde diersoort of heb je gedurende langere tijd veel schade dan kan je jouw tuin vaak anders inrichten zodat dit beneden een verdraagbaar peil blijft. Plant bijvoorbeeld inheemse planten aan, deze zijn vaak veel beter bestand tegen schade door plagen, Ook kan je planten kiezen die de natuurlijke vijanden aantrekken zodat we hier het natuurlijk evenwicht versneld kunnen bereiken.