Pimpelmees

Voortplanting 

Partnerkeuze bij de pimpelmees

Uit onderzoek aan de Rijksuniversiteit te Groningen is gebleken dat het aantal afweersysteemgenen een belangrijke rol speelt bij de partnerkeuze van pimpelmezen. De immuniteit tegenover een bepaalde ziekte is afhankelijk van de aanwezigheid van genen die behoren tot het Major Histocompatibility Complex type 1. Er bestaat een duidelijk verband tussen het aantal van deze MHC1-genen van de beide partners. Dieren met veel MHC1-genen verkiezen een partner dier ook veel heeft, en omgekeerd zal een dier met weinig afweersysteemgenen ook een koppel vormen met een gelijkwaardige partner. De manier waarop de mezen kunnen bepalen hoeveel van deze genen een ander individu ter beschikking heeft is nog niet helemaal duidelijk. Mogelijk is het waarneembaar in de opbouw van de zang of een beter gezondheid met daardoor een aantrekkelijker uiterlijk. De reukzin, die in tegenstelling tot wat velen denken bij vogels goed ontwikkelt is, kan ook een belangrijke factor spelen. 

Het is ook zo dat de voorkeur van dieren uitgaat naar een partner met veel MHC1-genen, en het niet gaat om een gelijkwaardigheid. Maar dieren die zelf weinig van deze genen hebben, zijn wel gedwongen om minder kieskeurig te zijn. Bij de pimpelmezen spreken we dus van de goedegenentheorie, waarbij de partnerkeuze gebaseerd is op de beste genen. Deze staat in contrast met de genetische-compatibiliteitstheorie waarbij de keuze steunt op een verenigbaarheid van de genen.  

Gedrag

Spaanse wetenschappers hebben proefondervindelijk aangetoond dat Pimpelmezen gevaar ruiken. Tijdens het onderzoek werden geurstoffen van een Fret in de nestkast aangebracht aangebracht van zodra de jongen acht dagen oud waren. In andere kasten werd de geur van kwartels of water verspreid. Een camera die elke beweging filmde, registreerde weinig of geen reactie bij de twee laatste kasten maar des te heftiger bij de eerste. De ouders keken eerst in de kast vooraleer erin te kruipen en bleven ook steeds minder lang aanwezig.

Mens&vogel, Vogelbescherming Vlaanderen, 49stejaargang nr1

Bedreiging

Bacterie Suttonella

In de maanden maart en april 2020 werden er voornamelijk in de regio Duitsland tienduizenden dode pimpelmezen gesignaleerd. De vogels hebben in eerste fase last van een zware longontsteking waarna vrij snel de dood er opvolgt. Pas eind april 2020 werd deze mysterieuze ziekte eindelijk geïdentificeerd als Suttonella ornithocola.

Deze bacterie werd voor het eerst in Groot-Brittannië ontdekt en bestuurd in het jaar 1996. Ook hier treft de ziekte vooral pimpelmezen, maar ook andere mezensoorten vallen onder de slachtoffers. De herkomst en de wijze waarop een dier wordt geïnfecteerd zijn voorlopig nog onbekend, maar wel staat vast dat het voornamelijk de mannetjes zijn die er onder lijden. Dit komt waarschijnlijk doordat deze vanwege hun paar-en territoriumdrift al verzwakt zullen zijn. Verder moeten zij ook uitgebreider foerageren tegenover de vrouwtjes die op het nest blijven.  Aangezien het om een infectieziekte gaat is de kans groot, echter niet sluitend, dat de meeste besmettingen gebeuren rondom voeder, drink-en wasplaatsen. 
Voorkom echte voederplaatsen in het broedseizoen en maak drinkschalen steeds grondig schoon om verdere verspreiding tegen te gaan. Kom je toch een dood of verzwakt meesje tegen, breng dit zeker binnen in de gespecialiseerde opvang centra.