Perk

In heel veel steden en gemeenten bestaat een typische perkje in het straatbeeld nog steeds uit uitheemse struiken. Dit vanuit het idee dat deze wel altijd proper staan en er niet zoveel beheerswerk bij nodig is. Dat dit niet langer de waarheid is, weten we momenteel wel al, maar toch slagen we er niet alijd om het geheel om te vormen naar een duurzaam en biodivers alternatief. 

Biodiversiteit

De achteruitgang van insecten en algemener de biodiversiteit zet vele gemeenten aan om openbaar groen nog aantrekkelijker te maken voor onze fauna. Op vele gemeenteraden worden er moties en afspraken genoteerd om hierin een voorbeeldfunctie op te nemen. Denk hierbij dan aan acties om gazonstroken minder intensief te maaien met aandacht voor de inheemse kruiden. Echter zien we in vele perken vooral de aanwezigheid van vaak uitheemse struiken. Denk hierbij dan bijvoorbeeld aan die typische plantsoentjes met Cotoneaster, sneeuwbes en dergelijke. Uit Duits onderzoek is gebleken dat het omvormen van deze perken in bloemrijke graslandjes het een veel positiever effect heeft op de insecten. Dit effect verhoogt nog wanneer we ze gaan beheren zoals in gefasseerd bermbeheer.

Een ander mooi voordeel is het feit dat na enige tijd veel minder onderhoudskosten zijn aan dit bloemenveldje. Zeker in tijden waarbij er op alles moet bespaard is het een zeer goed argument om mensen te overtuigen.
Een bloemenrijk grasland geeft ook meer kleur, en dit zorgt ervoor dat buurtbewoners meer genieten en zich ook meer verbonden met hun eigen stukje natuur binnen handbereik. Hierop volgt dan dat mensen die zich sterker verbonden voelen met de natuur ook vaak gezonder zijn en zich vooral mentaal beter voelen.