Bos

Geschiedenis

Oudheid

 

Middeleeuwen (500-1500)

Het sprookjesidee is vaak dat tijdens de middeleeuwen onze streken vooral bestonden uit grote wouden. In het begin van deze periode was dat zeker zo, maar het ging al vlug er sterk op achteruit.  Overmatige houtkap en de nood aan open weiden, zorgen ervoor dat op het einde van de middeleeuwen er vele oude oerbossen volledig verdwenen zijn.

Vroegmoderne-tijd (1500-1800)

Rond 1750 zit het bosbestand in onze streken echt op een dieptepunt, slechts 3 procent van het landschap bestaat nog uit bos.  

Van heide naar bos

Eind 19de eeuw wou men moerassen, duinen en ook heide, de zogenaamde woeste gronden, weer vruchtbaar maken.  Zeker bij de heidegebieden wou men voorkomen dat grote stuifzanden de dorpen gingen overnemen.

En zand hou je het best tegen door er iets op te laten groeien, maar daarvoor kan je niet zomaar eender welke bomen nemen. Het waren vooral dennen die in deze streken het beste groeiden, maar op een aantal plaatsen lukte het ook met loofbomen. De dennen had ook weer een dubbel doel, ze werden volop gebruikt bij de onderstutting in de mijnbouw. Dennen hebben het grote voordeel dat ze eerst kraken alvorens te breken, zodat de mijnbouwers de tijd hadden om te ontsnappen.

bebossing van heide

  • verzanding tegengaan
  • vruchtbaar maken van arme grond
  • hout voor mijnbouw (onderstutting)

1960

Vanaf de jaren 60' geraken de woorden natuur en recreatie stelselmatig met elkaar verbonden. In die mate zelfs dat overheden subsidies toestaan aan boseigenaren om hun bossen open te stellen voor publiek. Dit publiek, de recreanten, begint wel veeleisender te worden, het verwacht meer dan wat wandelen in dennenbossen. De inrichting van een bos wordt divers met meer open ruimten, picniczone's tot zelfs kampeerruimte. 

1970

Eind jaren 70' is ongeveer 29 % van ons land met bos bedekt, en krijgen de natuurwaarden van een bos steeds meer aandacht.

Samen met de opleving van natuurbewegingen, wordt het duidelijk dat een bos meer is dan enkel iets ten dienste van de mens. Natuurwaarden worden steeds belangrijker, waardoor bijvoorbeeld steeds meer dood hout aanwezig bleef, en niets-doen ook een beheersvorm werd. De gelaagdheid, structuur en variatie maken deel uit van de inrichting van een bos, en dit ten voordele van de biodiversiteit.

De stormen van 72' en 73'

De grote stormen, twee jaar na elkaar, zorgen voor een enorme uitval in de bossen. de storm van 72' zou er voor gezorgd hebben dat 5 miljoen sneuvelden in Europa. Echter wordt er ook geleerd om bossen heterogener aan te planten, een divers bos is een sterk bos. maar ook zien we de jaren later een plotse natuurlijke verjonging, die we meer waarderen dan telkens zelf te moeten aanplanten.

1980

Tot het eind van de jaren 80' blijft men toch nog steeds over productiebossen spreken. De goede intenties die opkwamen vanaf de jaren 70' blijven spijtig genoeg bij intenties. Het zal nog een kleine 20 jaar duren alvorens men er echt van overtuigd geraakt dat bosbeheer los staat van enkel en alleen houtopbrengst. 

Klassiek bosbeheer

  • tot eind jaren 80'
  • productiebossen
  • homogeen bestand
  • opschonen voor rechte stammen
  • kaalslag

Geïntegreerd bosbeheer

Natuurbossen

Tot eind jaren tachtig gebruikten we de term ‘productiebossen’: bossen die alleen voor hout zorgen. Nu hebben we zogenaamde ‘natuurbossen’ en ‘multifunctionele’ bossen. In die eerste speelt de biodiversiteit de hoofdrol. In die tweede is dat ook belangrijk, maar zijn recreatie en houtoogst ook doelen. “Vanaf begin jaren negentig van de twintigste eeuw zijn de bosbeheerbenaderingen Pro Silva en Geïntegreerd Bosbeheer opgekomen die houtproductie combineren met recreatie en beschermen van natuurwaarden. Bovendien is hierbij het gebruik van natuurlijke processen in het beheer belangrijk. Langzamerhand stapten we af van vlaktegewijs kappen en opnieuw inplanten van bos, wat eigenlijk een vorm van landbouw is. We gingen gebruikmaken van natuurlijke verjonging en kleinschaliger kappen om daarmee gevarieerder bos te krijgen.”

Een ander in het oog springend gevolg van de nieuwe bosbeheermethoden is dat meer dode bomen in het bos blijven liggen. “Eigenlijk doen we dat nu overal, want we weten nu dat dode bomen, staand of liggend, enorm belangrijk zijn voor de biodiversiteit: voor mossen, insecten, vogels en voor het bodemleven zoals schimmels.”

Vanaf diezelfde periode – eind jaren tachtig – groeide het besef dat de CO2-opslag van bossen een rol speelt in het tegengaan van klimaatverandering. Toch zet Nederland hier pas sinds 2019 echt op in. Toen is in het Klimaatakkoord en de in 2020 gelanceerde Bossenstrategie afgesproken dat het Nederlandse bos met tien procent toeneemt tot 2030. Dat is in totaal een toename van 37.000 hectare. Staatsbosbeheer neemt hiervoor 5.000 hectare voor zijn rekening. Hiermee moet een bos naast biodiversiteit, recreatie en houtoogst nog een functie vervullen: CO2-opslag. In de Bossenstrategie is bovendien afgesproken dat we de bestaande bossen weerbaarder gaan maken tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering en stikstofdepositie.

2018

De eerste echte droge zomer die ook de waarheid van een gewijzigd klimaat in onze streken lijkt aan te geven, maakt vele slachtoffers in de bossen. Vele bomen zijn echt niet bestand aan deze extremen zoals hitte en droogte. Vele bomen zijn verzwakt door ziekten die ook gerelateerd worden aan het klimaat en een combinatie van beide zoals bij essen en wilgen geven dramatische cijfers aan. 

2021

Een zeer natte zomer zorgt voor een heropleving van de bossen, maar de negatieve invloed van 3 droge zomers blijft merkbaar. Zeker bij de vochtminnende soorten zoals elzen en wilgen die de laatste jaren veel uitval kenden zien we veel natuurlijke verjonging.

2022

Een vierde droge zomer op vijf jaar tijd lijkt veel vele bomen de zomer teveel. In de grotere bossen met een eigen klimaat valt de schade in eerste instantie mee, maar in de parken en lanen is er erg veel uitval. De bodem is de door de natte zomer vorig jaar, weer als een spons gaan werken en houdt op zich weer langer vocht vast, toch heeft tot een kwart van de bosbomen te lijden onder de droogte. 

2024

De functie van een bos wordt steeds duidelijker, maar daarom niet minder complex. Het vroegere vaststaand gegeven dat een bos moet instaan voor houtproductie wordt minder belangrijk en een bos zal meerdere doelen krijgen zoals biodiversiteit, recreatie en nu vooral CO2-opslag. Het areaal aan bosoppervlakte ligt ongeveer op een 11%, wat gezien de uitstoot en de druk op de natuur veel te beperkt is.

Naamgeving

Officiële benaming :

Nederlandse benaming :

Duitse benaming :

Franse benaming :

Engelse benaming :

Volksbenaming :

Plantlore

Volksgeloof

 

Plaatsnamen

 

Symboliek

Kenmerken

Vindplaats

 

Standplaats

 

Teelt

zaaien :

stekken :

scheuren :

 

Onderhoud

 

Oogst

 

Bewaren

 

Gebruik

Verzorging

 

Huishouden

 

Tuinontwerp

 

Aanleg

 

Insecten

 

Soorten

 

Verwante soorten

 

Bedreigingen

Klimaat

Meer info

Bezoeken :

 

Boeken :

 

Sites :