Het geslacht Prunus bestaat uit een 200-tal soorten die soms moeilijk met elkaar te vergelijken zijn.Zowel qua groeivorm ( kleine heester tot een grote boom) als blad en bloem kunnen ze heel hard verschillen. Net daarom is er eigenlijk geen enkel soort tuin waarin deze soort niet past. In een kleine stadstuin zal een sierkers mooi tot zijn recht komen terwijl in een landschapstuin een zoete kers perfect past. In één ding lijken ze allemaal hard op elkaar, en dat is in hun wel zeer uitbundige bloei. Misschien nog gekender dun hun bloemen zijn de straten of terrassen die na een lentenachtvorst of winderige nacht vol liggen met roze of witte bloemblaadjes.

Geschiedenis

Naamgeving

Kenmerken

Sommige soorten bloeien al van begin de winterperiode tot in de late lente, terwijl de vruchtdragende kerselaars ons in de vroege lente volop op bloesems trakteren.

Vindplaats

Het geslacht is afkomstig uit verschillende delen van het noordelijke halfrond, meestal uit de eerder gematigde streken.

Standplaats

Prunus is bij ons vooral bekend als vruchtdragende boom in de boomgaard of als sierboom in tuinen en parken. Ze verlangen een voedzame en vochtige bodem die tijdens de winter niet te nat blijft. Voor alle soorten maar zeker voor de vruchtdragende is een zonnige beschutte standplaats nodig, aangezien Prunus gevoelig is voor lentenachtvorst.

Onderhoud

De planten zijn winterhard, maar de bladhoudende soorten kunnen tijdens erg strenge winters wel uitdrogen, doordat ze blijven verdampen maar niet langer water kunnen opnemen.

Tuinontwerp

Als je een grote fan bent van Prunus, dan kan je bijna van het begin van de winter tot aan de zomer van de bloesems genieten. Een juiste plantenkeuze biedt dus een gans groeiseizoen lang bloei.

Soorten

Prunus serrulata 'Kanzan'

Deze kerselaar is beter gekend als de 'Japanse kerselaar' en is zowel te gebruiken als park-tuin of straatboom. Geef hem steeds de plaats om naar zijn natuurlijke vorm uit te groeien zonder al te veel snoeiwerk. De groeiwijze is vaasvormig en kan tot aan de 7 meter uit komen met eenzelfde doorsnede.
In het voorjaar komen de rozerode bloemknopjes uit met een diameter van 3cm. met centraal opvallende gele helmknoppen.  Normaal gezien in gunstige omstandigheden kan de bloei tot enkele weken duren, maar aangezien we in het voorjaar vaak te maken hebben met regen en sterke wind is het meestal na enkele dagen al voorbij.
Na de bloei ontluiken de bruinrode bladeren die tijdens de zomer verkleuren naar groen om dan in het najaar geel of roodoranje te worden.